2. Specifieke probleemsituaties

Poppen kunnen een grote troost betekenen voor kinderen die iemand hebben verloren. Naar aanleiding van een tragisch ongeval waarbij een leerling zijn tweelingbroertje verloor, vertrouwde de leerkracht hem de klaspop toe. Het betekende voor het kind een grote troost en toeverlaat. Bovendien was het tevens zijn aanspreekpunt. Het kon zijn gevoelens van verlies en verdriet kwijt en kon de pop een knuffel geven. Kinderen die in specifieke probleemsituaties terechtkomen kunnen zo op functionele wijze worden geholpen om intense emotionele ervaringen en spanningen te verwerken en te overwinnen.

 

Bij aanvang van het schooljaar komt een nieuwe leerlinge in de klas terecht. Ze draagt een mooi brilletje. De klaspop merkt haar op en vooral haar kleurrijk brilletje springt in het oog. De pop zegt: ‘Wat een mooie bril heb je. En wat een prachtige kleur is dat! Met zo’n bril moet je ongetwijfeld zeer goed kunnen zien. Ik zou er ook wel zo één willen. Mag ik hem eens opzetten ?’

 

De pop neemt het brilletje en zet het op z’n neus. Dat vinden alle kinderen wel grappig. De pop gaat verder en zegt: ‘Nu kan ik jullie allemaal wel héél goed zien. Staat de bril mij goed ?’ Op die manier maakt de pop de kinderen vertrouwd met het feit dat het dragen van een bril doodgewoon en helemaal niet erg is. We moeten daarom ook nooit om iemand lachen die een bril draagt. Iets gelijkaardigs kan gespeeld worden wanneer bijvoorbeeld een kind een beugel draagt.

 

Wanneer de klaspop op een zekere morgen verschijnt met een bril en erover vertelt, kan ze een leerling, die naar de oogarts moet, al voorbereiden op wat komen gaat. Ze vindt het helemaal niet erg zoiets te moeten opzetten want ze ziet er immers héél veel beter mee! Met een verzameling brilmonturen in diverse kleuren kunnen de kinderen aansluitend naar hartelust brillen passen en verwisselen. De leerkracht maakt van de gelegenheid gebruik om een aantal foto’s voor het klasboek te maken.